*

Friesch Dagblad
woensdag 16 mei

Achtergronddinsdag, 2 november 2010

Keuze is tussen de mensen op de eilanden of de vogels op de wadplaten
Wat is duurzaam voor de Waddenzee?

Iedereen wil duurzame wadden. Maar wat is duurzaam bij een veranderlijk natuurgebied? Volgens prof. dr. Salomon Kroonenberg is die vraag niet zomaar te beantwoorden.

De Waddenzee in zijn huidige vorm ontstond bij de Allerheiligenvloed in 1170. Toen brak het Marsdiep door, en bij opvolgende stormvloeden in 1196, 1219 en later in de dertiende eeuw werd het Waddengebied steeds groter. De Waddenzee is dus ongeveer zo oud als de Dom van Utrecht, die vanaf 1254 werd gebouwd. Het is niet zo moeilijk je voor te stellen wat we zouden bedoelen met een duurzame Dom van Utrecht: houden zoals hij is, noodzakelijke restauraties uitvoeren, liefst met originele materialen, zodat ook toekomstige generaties ervan kunnen genieten.
Maar wat moeten we ons voorstellen bij een duurzame Waddenzee? Moet de Waddenzee behouden blijven zoals hij is? En hoe moet hij er dan uitzien? Zoals hij er uitziet bij eb? Of zoals hij is bij vloed? Geef mij maar eb, want dan zie je al die prachtige geulenstelsels, je ziet de vogels paraderen, de hoopjes van de wadpieren, die schitterende ribbeltjes, je kunt over het wantij lopen naar de eilanden. Vloed is maar saai, want alles ligt onder water. Ik stem voor eb. Mee eens? Niet? Wilt u niet kiezen? Wilt u ze dan allebei behouden?
Natuurlijk! zegt u dan. Eb en vloed horen bij de Waddenzee, die zijn onderdeel van de natuurlijke dynamiek, en daar zijn wij juist trots op. Akkoord, dan laten we de natuurlijke dynamiek toe.
Maar de natuurlijke dynamiek houdt niet op bij eb en vloed. Kijk maar eens naar de strandhaak van Ameland. In dertig jaar zien we die mooie aangelande zandkuif op de noordwestpunt van het eiland zich ontwikkelen tot een langgerekte zandwal, een spit. Prachtig! Dertig jaar, een mensengeneratie. Mag dat ook? Ja, hoor ik, dat mag ook, het is ecologisch zelfs gewenst. Wat moet er hier dan behouden worden? De natuurlijke dynamiek van dertig jaar natuurlijk.
Voor de uitgang van het Marsdiep, tussen Texel en Den Helder ligt de Razende Bol of Noorderhaaks, een buitendelta van zand die ver in zee steekt en op alle satellietbeelden te zien is als een snotje in de neus van Nederland.
Maar de Razende Bol blijft niet liggen. Hij schuift langzaam op naar de zuidwestpunt van Texel. Het Molengat tussel Texel en de Razende Bol wordt steeds kleiner en zal uiteindelijk deel worden van Texel. En er zal een nieuwe zandplaat in het Marsdiep ontstaan, die ook weer noordwaarts naar het eiland toe zal wandelen.
Hoe we dat weten? De hele zuidwestpunt van Texel bestaat uit dode Razende Bollen die er in de loop van de eeuwen tegenaan geland zijn. Elke zestig jaar opnieuw. Kunnen we daarmee leven? Wel, eigenlijk gaat het ons niet snel genoeg, we willen de zuidpunt van Texel beschermen tegen erosie, en hoe sneller de zandplaat aanlandt des te beter. Rijkswaterstaat versnelt dat proces daarom met zandsuppletie. Hier vinden we het al moeilijk om de natuurlijke dynamiek zijn gang te laten gaan.
Als we de hele ontstaansgeschiedenis vanaf de dertiende eeuw bekijken, zien we dat de ligging van eilanden, zeegaten en wantijen dramatisch is veranderd. Mag dat nog wel? Dat is toch ook natuurlijke dynamiek? Eigenlijk willen we dat niet meer: dorpen, havens en vaargeulen moeten dan voortdurend van plaats veranderen, dat is onpraktisch. We hebben niet voor niets dijken aangelegd. Natuurlijke veranderingen die eeuwen beslaan zijn ongewenst in de duurzame wadden.
Maar is dat niet een wat kleinzielige opvatting van duurzaamheid? Waarom mag korte termijn dynamiek wel en lange termijn dynamiek niet? Ging duurzaamheid niet over de volgende generaties?

Watersnood

En dan moeten we ook naar tijdschalen van duizenden jaren kijken. In de zevenduizend jaar dat de kust ongeveer op de huidige plaats ligt, is het waddengebied van een vaste kust eerst veranderd in een waddenkust, daarna in een strandwallenkust met veen erachter, en pas de laatste 800 jaar is het weer een waddenkust, dankzij de stormvloed van 1170. Zo bezien horen stormvloeden óók bij de natuurlijke dynamiek. Zonder stormvloeden hadden we nooit zo’n mooie Waddenzee gehad.
Als je het zo bekijkt is de huidige Waddenzee maar een momentopname, een snapshot. Wat wilden we ook weer behouden? Zijn we eigenlijk niet gewoon een beetje petieterig aan het tuinieren in een volkstuintje? Gepriegel in de marge, dat bij de volgende stormvloed in één klap wordt weggevaagd? Dat is toch niet duurzaam!
Ik ga nóg een stukje opschalen. In de laatste ijstijd, zo’n 20.000 jaar geleden, lag de zeespiegel wereldwijd 120 meter lager dan nu. Niet alleen de Waddenzee viel droog, maar zelfs de hele Noordzee. Onze voorvaderen woonden toen op de bodem van de Noordzee, een gigantische zandvlakte in de poolwoestijn. Toen de ijskappen afsmolten steeg de zeespiegel zeer snel, soms wel vier meter per eeuw, twintig keer zo snel als nu. Ook dat is natuurlijke dynamiek. Dorpen werden verzwolgen, de inwoners vluchtten naar de kust of verdronken.
Hoe ontstond in die tijd het waddengebied? Het is moeilijk dat te reconstrueren, maar we kunnen wel kijken hoe dat elders is gegaan. Ons Delftse team heeft dat onderzocht in de Kaspische Zee, eigenlijk een groot zout binnenmeer. De Kaspische zee is vanaf 1929 eerst drie meter gedaald, en daarna drie meter gestegen. Sinds 1995 is de zeespiegel iets gestabiliseerd. Toen de zeespiegel daalde, was de kust een strandvlakte die elk jaar groter werd. Pas vanaf het moment dat de zeespiegel begon te stijgen vormden zich ineens kleine strandwallen, een soort waddeneilanden in de dop, maar veel simpeler. Elk jaar steeg de zeespiegel daar met 13 centimeter, honderd keer zo snel als nu aan onze kusten. Elk jaar schoven de strandwallen en de achterliggende lagunes twintig meter landwaarts, doordat hoge golven bij storm zand over de top van de strandwal de lagune inbrachten.
Dat heeft ons geleerd dat de waddeneilanden ontstaan zijn dankzij de zeespiegelstijging. En nu zijn wij er bang voor!
Wat betekent dat voor de natuurlijke dynamiek van de toekomst? Als wij het model van de Kaspische Zee volgen, dan betekent het dat bij zeespiegelstijging de waddeneilanden ook landwaarts moeten kunnen migreren. Dan moeten we toestaan dat de zee zand erodeert aan de noordkant van de eilanden en dat door de zeegaten de Waddenzee inbrengt. Dan blijven de wadplaten op peil en kunnen de vogels blijven fourageren. Of wilt u de eilanden behouden? Dan wordt het wad zelf steeds dieper, en verdwijnen de wadplaten. Dat is dus de toekomst: kiezen voor de mensen op de eilanden, of kiezen voor de vogels op de wadplaten. Wat is duurzamer?
i Dit stuk is een bewerking van een artikel dat eerder verscheen in het Waddenmagazine.
i Prof. dr. Salomon Kroonenberg is emeritus hoogleraar Geowetenschap aan de Technische Universiteit Delft.

Vertel een vriend | Reageer op dit artikel | Aantal reacties 0


Reacties:


achtergrond
Advertenties