De grootste binnenzee ter wereld – die eretitel valt ten deel aan de Kaspische Zee, ingeklemd tussen onder andere Iran, Kazachstan, Azerbeidzjan en Rusland. Zo’n vijf miljoen jaar geleden raakte de zee afgesloten van de wereldzeeën, schrijft geoloog Salomon Kroonenberg in zijn boek Kantelpunt, en sindsdien vormt het een ecosysteem met een geheel eigen evolutie. Maar er is iets merkwaardigs aan de hand: vrijwel alle Kaspische schelpdieren die er leefden, zijn in de bovenste meter sediment – die qua tijd ongeveer samenvalt met de periode sinds 1900 – plotseling ‘vervangen’ door soorten die er niet thuishoren. Hoe kan dat? „Het lijkt een van de grote uitstervingen te zijn van de twintigste eeuw, een niet erg opvallende maar niettemin zeer indringende gebeurtenis”, schrijft Kroonenberg aan het begin van zijn boek. Om uit te zoeken wat er gebeurd is, reist hij samen met de Nederlandse onderzoeker Frank Wesselingh – die de anomalie ontdekte – en een internationaal onderzoeksteam af naar onder andere een Azerbeidzjaanse ‘halfwoestijn’ en de oevers van de Wolga.
Fraai geïllustreerd
Kantelpunt is fraai geïllustreerd, met tientallen foto’s, grafieken en diagrammen in kleur. Kroonenberg heeft bovendien een toegankelijke schrijfstijl en weet de ingewikkelde materie inzichtelijk te maken. Geologisch jargon – van ijswiggen tot strontiumisotopen – staat steevast cursief gedrukt en wordt duidelijk toegelicht. Daardoor bekruipt je tijdens het lezen soms een licht schoolboekgevoel.
Tegelijk voelt het boek bij vlagen toch wat warrig aan, mede vanwege de grote hoeveelheid personen die de revue passeren. Het is sympathiek dat Kroonenberg alle wetenschappers en hun bezigheden introduceert, en hij laat daarmee mooi zien dat geologisch onderzoek teamwerk is, maar door het gebrek aan een duidelijke hoofdpersoon gaat het toch snel duizelen.
Ook blijft het onderwerp wat specialistisch. Hoe interessant het geologische raadsel is, het zal tóch vooral mensen aanspreken die toch al geïnteresseerd zijn in aardwetenschappen of de Kaspische Zee.